Quotidian 3-1 (February 2012)Tessa Ver Loren van Themaat: Symbolische bouwstenen voor identiteitsbesef? Het succes van Holland-symbolen op gebruiksvoorwerpen
Globalisering, europeanisering, individualiering en multiculturalisering

To refer to this article use this url: http://www.quotidian.nl/vol03/nr01/a04

Neonationalistische reacties op onzekerheden

Op 15 mei 2002 veranderde het politieke klimaat in Nederland. Bij de Tweede Kamerverkiezingen behaalde de partij Lijst Pim Fortuyn (LPF) in één klap zesentwintig zetels. Dit maakte onder andere duidelijk dat er onder de Nederlandse bevolking ongenoegen bestond over immigratie, de islam, veiligheid op straat en schaalvergroting (Ellemers 2002, 252 en 261).

In het boek Neo-nationalism in Europe and beyond (2009) wordt de politiek van Fortyun als neonationalistisch aangeduid. De auteurs beschouwen het neonationalisme als een sociaal fenomeen en niet als een bepaalde ideologie. Zij definiëren neonationalisme als een heropkomst van nationalisme in de tegenwoordige globale en transnationale omstandigheden. Neonationalisten maken gebruik van populaire gevoelens van nationale onzekerheid en angst voor het verlies van culturele identiteit en gebruiken ideeën uit de lokale cultuur als oplossing. Het neonationalisme is primair cultuurgerelateerd, wat bij het nationalisme zoals bijvoorbeeld beschreven door Anderson niet het geval is (Banks en Gingrich 2006, 2, 16-23; Anderson 1983).[39]

Stuurman betoogt dat het neonationalisme morele bindingen en nationale identiteit versterkt, in een defensieve reactie op globalisering, immigratie en Europese integratie. Historicus Susan Legêne stelt voor om het neonationalisme te omschrijven als ‘het opnieuw onderkennen van het belang van de nationale staat voor de uiteenlopende mondiale posities van burgers al naar gelang hun klasse, etniciteit, sekse en historische achtergrond’ (Legêne 2011, 249-251). Willem Schinkel interpreteert het neonationalisme als reactie op vooral economische veranderingen ten gevolge van de globalisering (Schinkel, geciteerd naar Legêne 2011, 250). Het neonationalisme komt zowel bij linkse als rechtse partijen voor. De combinatie van neonationalisme met rechts populisme heeft sinds de jaren negentig wel steeds meer invloed gekregen op de politieke agenda in Europa (Banks en Gingrich 2006, 4).

Het neonationalisme was in Nederland in 2002 erg succesvol, maar in de daaropvolgende periode leek het minder te worden. De verkiezingen in 2003 brachten in heel Europa een opvallende nederlaag voor de neonationalistische partijen (Banks en Gingrich 2006, 5). Rond 2005 leek de eerdere opkomst van parlementair neonationalisme een zekere impasse bereikt te hebben (Sunier en Van Ginkel 2006), maar in Nederland veranderde dit toen in 2005 de Partij voor de Vrijheid (PVV) werd opgericht. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 kwam de PVV met negen zetels in de Tweede Kamer en in 2010 werden dat er vierentwintig. Nederlandse politici realiseren zich nu dat verkiezingssucces mede afhankelijk is geworden van de aandacht die wordt besteed aan aspecten van de ‘autochtone’ cultuur. Het verdedigen van het ‘autochtone’ erfgoed is daarmee een serieus thema geworden (Geschiere 2009, 19). De huidige fase van globalisering, in zijn West-Europese variant, is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de opkomst en het succes van neonationalisme, de nadruk op het autochtone en de Nederlandse identiteit (Sunier en Van Ginkel 2006, 48). Deze nadruk vormt mede de context voor de populariteit van de gebruiksvoorwerpen met Holland-symbolen.[40]