Noten

1. De door het Nut bevorderde prentuitgaven werden rond 1800 steevast aangeduid met het toen nieuwe begrip ‘schoolprenten’. Later zijn ze wel Nutsprenten genoemd, omdat de term schoolprenten toen breder werd gebruikt. De traditionele prenten werden door De Meyer (1962) met de verzamelnaam ‘volks- en kinderprenten’ aangeduid, waarbij kinderprenten als deelverzameling binnen volksprenten werden beschouwd. Ze werden rond 1800 door het Nut aangeduid als ‘nietsbeduidende prentjens’ of ook als ‘heiligjes’ (vanwege de religieuze oorsprong). De facto betrof het in die tijd bijna uitsluitend kinderprenten, dwz op kinderen als primaire doelgroep gericht. In de meer recente literatuur zijn aanduidingen als ‘volksprenten’ en ‘kinderprenten’ onderwerp van discussie, maar het voert in dit kader te ver om dieper daarop in te gaan.